Toetsingskamer STAP-budget

De Toetsingskamer STAP beoordeelt sinds 1 maart of de scholing die is opgenomen in het STAP-scholingsregister arbeidsmarktgericht is. Deze beoordeling vindt plaats op basis van de Subsidieregeling STAP-budget en het afwegingskader ROA (Maastricht University) die de opleider bij het opvoeren van de scholing dient te hanteren.

Afwegingskader arbeidsmarktgerichtheid

Arbeidsmarktgerichtheid van de scholing is één van de voorwaardes voor deelname aan het STAP-budget. Hobbycursussen komen niet in aanmerking voor het STAP-budget. Het is de verantwoordelijkheid van de opleiders om zelf te bepalen of een scholingsactiviteit arbeidsmarktgericht is. Om opleiders te ondersteunen bij het bepalen of een scholing wel of niet arbeidsmarktgericht is, heeft ROA in opdracht van het ministerie van SZW een afwegingskader opgesteld. Dit kader geldt voor de niet-OCW erkende scholingsactiviteiten. Hier vindt u de handleiding en het afwegingskader.

Beslisbomen Afwegingskader

Het afwegingskader geeft op basis van een viertal lagen met de daarbij behorende beslisbomen een indicatie of scholing voor STAP-budget in aanmerking komt. Het gaat hierbij om scholing gericht op het vergroten van het:

  • leervermogen
  • basisvaardigheden
  • algemene inzetbaarheid
  • beroep specifieke vaardigheden

Inhoudelijk moet de opleiding bijdragen aan de verbetering van de arbeidsmarktpositie. De vorm van de opleiding moet er zorg voor dragen de deelnemer nieuwe kennis dan wel vaardigheden opdoet tijdens de opleiding.

De vragenlijst hieronder verheldert en geeft aanscherpingen die gelden als aanvullende voorwaarden voor opname in het scholingsregister. Indien nodig zal het afwegingskader worden geactualiseerd.

Op welke gronden worden opleidingsactiviteiten uitgesloten?
  • puur hobbymatige cursussen
  • bedrijfsgerichte cursussen
  • leerabonnementen
  • scholing met een coaching component van meer dan 50%
  • dubbele financiering: bijv. NT2, Kinderopvang scholing
  • vorm van de opleiding: bijv. examentraining, seminar, kennisreizen
  • inhoud activiteit: bijv. bijscholing .
  • doelgroep activiteit komt niet overeen doelgroep STAP: bijv. pensioenactiviteiten

In de praktijk zien we dat het afwegingskader ruimte laat voor interpretatie. Het is daarom wenselijk om meer duidelijkheid te geven welke scholing wel en welke niet arbeidsmarktgericht is.

Daarnaast is op basis van voortschrijdend inzicht een aantal aanscherpingen op het afwegingskader nodig. De aanscherping heeft onder meer betrekking op scholing die onder de verantwoordelijkheid van werkgevers vallen en normaliter door hen betaald wordt. Hierbij geldt het algemene principe dat deze kosten niet moeten worden afgewenteld op publieke financiering. In dit verband spreken we over ‘werkgeversverantwoordelijkheid’. Dit wordt toegelicht in de vragenlijst hieronder.

Welke voorbeelden van scholingsvormen komen tot nu toe niet in aanmerking voor STAP-budget?

Let op: Deze lijst kan worden aangevuld op basis van de beoordeling van toegevoegde scholing in het register.

  • Losse examens; deze vallen niet onder de definitie van scholing als bedoeld in artikel 1 van de subsidieregeling STAP-budget. Gedachte hierbij is dat men met enkel het afleggen van een examen geen nieuwe kennis of vaardigheden op doet. Let op: het examen in combinatie de betreffende opleiding wel.
  • Examentraining; ook hierbij wordt geen nieuwe kennis of vaardigheden geleerd en komt daarom niet in aanmerking voor subsidie.
  • NT2; hoewel deze expliciet genoemd wordt in het afwegingskader is deze opleiding niet subsidiabel omdat deze via andere subsidies gefinancierd wordt. Op grond van de regeling is dubbele financiering niet toegestaan.
  • Seminars; deze vallen niet onder de definitie van scholing als bedoeld in artikel 1 van de subsidieregeling STAP-budget. Gedachte is dat seminars meer gericht zijn op het inspireren en netwerken dan op het vergroten van de algemene inzetbaarheid.
  • Bijscholing/opfriscursus/opnieuw behalen en/of verlengen certificaat. Ook hierbij wordt geen nieuwe kennis of vaardigheden opgedaan maar wordt reeds bekende kennis herhaald.
  • Pensioen in zicht e.d. Dit type cursussen zijn gericht op mensen die met pensioen gaan of dat net zijn. Deze vallen buiten de doelgroep voor STAP.
Zijn er voorbeelden van hobbymatige cursussen die niet voor STAP-budget in aanmerking komen?
  • Wijncursussen en soortgelijke cursussen als whisky- en bierproeven, bloemschikken die geen professioneel karakter hebben. Om dit te bepalen wordt per opleiding gekeken of het niveau voldoende is om aan dit professionele karakter te voldoen. Een basis niveau zal in de regel als hobbymatig worden beoordeeld.
  • Kennisreizen met (buitenlandse) accommodatie. Deze hebben over het algemeen een meer hobbymatig karakter.
  • Cursussen over cryptovaluta zonder professioneel karakter dragen niet bij aan de verbetering van de arbeidsmarktpositie van de cursist. Dit zou moeten leiden tot een overstap naar een baan m.b.t. cryptovaluta of het toepassen van de kennis en/of vaardigheden over cryptovaluta in de huidige baan. De cursus zonder professioneel karakter zal dan ook als hobbymatig worden beoordeeld.
  • Cursussen over dropshipping zonder professioneel karakter. En waarbij de nadruk ligt op het snel en daarmee risicovol geld verdienen. Dit leidt vervolgens niet tot een verbetering van de arbeidsmarktpositie.
Wanneer is een taal opleiding hobbymatig en past deze niet binnen STAP-budget?

We zien in het register een groot aanbod van taaltrainingen. Talen in het kader van STAP moeten een professioneel karakter hebben. Om het onderscheid tussen hobbymatig en professioneel duidelijk te maken sluiten we vanaf nu aan bij het niveau van de opleiding. De opleiding moet ten minste het B1 niveau hebben. Dit geldt zowel voor de buitenlandse talen als voor de Nederlandse taal. NT2 en andere inburgeringscursussen komen niet in aanmerking voor STAP-subsidie.

Wat zijn de uitgangspunten voor het criterium 'werkgeversverantwoordelijkheid'?

Om het criterium af te bakenen is een aantal algemene uitgangspunten opgesteld. Aan de hand hiervan kan worden bepaald of een opleiding, in redelijkheid, onder de verantwoordelijkheid van de werkgever valt, zelf bekostigd zou moeten worden en dus niet subsidiabel is.

Algemene uitgangspunten:

  • De opleiding is verplicht gesteld voor een werkgever of een beroepsgroep;
  • De opgedane kennis en/of vaardigheden van een opleiding kan slechts binnen één specifiek bedrijf gebruikt worden;
  • De werkgever is wettelijk verplicht om werknemers een opleiding te laten volgen (bijv. BHV);
  • De opleiding leert verdieping van de basiskennis of vaardigheden aan een burger die nodig is voor de uitvoering van een specifieke functie of beroep.

Let op: Als de opleiding basiskennis of vaardigheden leert aan een burger waarmee de overstap naar een andere sector mogelijk wordt past het wel binnen STAP (bijv. Wft basis).

Toelating nieuwe erkenning en keurmerken regeling STAP-budget

Keurmerken en erkennende instanties kunnen vanaf 31 oktober 2022 een aanvraag voor toelating tot het scholingsregister STAP indienen bij de Toetsingskamer STAP (hierna: de toetsingskamer) via toetsingskamerstap@minszw.nl. Deze aanvraag bevat de volledig ingevulde checklist, raamwerk Erkenning en keurmerken STAP-regeling, voorzien van onderbouwende documenten als bijlagen.